bron: www.knvb.nl
Talentherkenning en -ontwikkeling; daarover gingen vrijdagavond voorafgaand aan Nederland – Luxemburg negentien ‘grote’ amateurverenigingen met elkaar in gesprek. Een onderwerp waar clubs veel verschillende visies op nalaten. Het leverde veel prikkelende discussies op. “Maar we moeten niet vergeten dat wij een amateurvereniging zijn waar plaats is voor iedereen.”
Wordt er niet te vroeg geselecteerd? Wat is de invloed van de biologische leeftijd? Houden we de verenigingswaarden nog wel scherp in het oog? Zomaar wat vragen die afgelopen vrijdag ter tafel werden gebracht. Van de zestig verenigingen die eerder aanwezig waren bij de kennisavonden in Utrecht en Doetinchem, zijn er negentien naar Rotterdam gekomen om een extra verdiepingsslag te maken op het onderwerp. De sessie is het ‘toetje’ van het amateurvoetbalseizoen
Beleid toetsen
“Clubs hebben er behoefte naar om met verenigingen van vergelijkbare grootte in gesprek te gaan over de invulling van het technisch beleid”, belicht René van Baren, medewerker voetbalontwikkeling bij de KNVB. “We merken dat technisch jeugdcoördinatoren van clubs het fijn vinden om hun beleid te toetsen aan dat van een ander.”
“Door met elkaar kennis te delen doen verenigingen nieuwe inzichten op om het voetbaltechnisch beleid nog beter in te vullen”, vervolgt hij. “Clubs uit het oosten van Nederland bijvoorbeeld hebben veel meer baat bij een landelijke bijeenkomst dan dat zij in gesprek gaan met relatief kleine verenigingen uit de omgeving.”
Biologische leeftijd
Wij beschikken over 22 jeugdtrainers met een diploma. Zo krijgen ook de niet-selectieteams training van hoog niveau.
De biologische leeftijd van een talent is een ‘hot’ item bij amateurverenigingen bij het samenstelling van de selecties voor het komende voetbalseizoen. “Je slaat jezelf voor je kop wanneer je een talent pas in een later stadium of, in het ergste geval, helemaal niet opmerkt. Dat talent had je graag een zo goed mogelijke opleiding willen aanbieden, met trainingen van een gekwalificeerde trainer en wedstrijden op hoog niveau”, gooit Nick Geurtsen, technisch coördinator van AFC’34 in de groep. Volgens hem los je dit op door ook aan de breedtesportteams voldoende aandacht te geven. “Wij beschikken over 22 jeugdtrainers met een diploma. Zo krijgen ook de niet-selectieteams training van hoog niveau.”
Gert-Jan Spit van DZC’68 uit Doetinchem haakt in. “Dat is een aantal waar niet veel verenigingen aan kunnen tippen. Je kunt simpelweg niet iedereen honderd procent bedienen. Je moet keuzes maken. Onze Technisch Commissie probeert van verschillende kanten structureel feedback te krijgen op onze jeugdvoetballers, zodat we een goed beeld hebben van de talenten die bij onze club rondlopen. We denken er zelfs aan om te werken met een app waarop trainers en ouders anoniem een aantal keren per seizoen hun kennis delen. Het blijft gewoon moeilijk om de potentie van een talent in te schatten, vooral als deze voetballer in een breedtesportteam speelt.”
Kernwaarden
Bij een club leren kinderen samenwerken, ontwikkelen zij zich op sociaal gebied en komen zij erachter dat je elkaar helpt.
Bij de rondvraag aan het einde van de inspirerende middag grijpt technisch adviseur Marco Bout van VV SHO uit Zuid-Beijerland zijn kans. “Hoe graag we ook goede voetballers willen opleiden, we moeten niet de kernwaarden van een amateurvereniging vergeten”, begint hij. “Het is belangrijk eerst goed helder hebben wie je als vereniging wilt zijn. Bij een club leren kinderen samenwerken, ontwikkelen zij zich op sociaal gebied en komen zij erachter dat je elkaar helpt. Laat kinderen in het beginsel vooral voelen dat zij profvoetballer kunnen worden door bij jouw club te spelen. Clubs organiseren het voetbal, maar verder moet het pas in een veel later stadium gaan over selecties en tactische ontwikkeling.”
Bout blikt even later terug op de in zijn ogen geslaagde kennissessie. “Mijn voornaamste doel was om inspiratie op te doen voor het trainersontwikkelingsplan dat wij van plan zijn te introduceren bij SHO. Het is erg leerzaam om de ervaringen van andere verenigingen op dit gebied te horen. In mijn ogen is er veel winst te behalen in het breed uitdragen van het voetbaltechnisch beleid.”
Draagvlak
“Het bestuur van veel verenigingen houdt zich niet of nauwelijks bezig met het voetbaltechnisch beleid”, betoogt hij. “‘Er wordt gewonnen, dus het gaat vast goed’, is vaak de gedachte. Dat vind ik raar, want zij bepalen het reilen en zeilen van de club en worden door de leden aangesproken op het beleid. Wanneer het voetbaltechnisch beleid opgelegd wordt aan de leden, in plaats van dat het een plan is van de hele club, creëer je een stuk minder draagvlak. Die gedachte blijft mij weer extra bij na deze sessie.”
De KNVB helpt verenigingen bij het opzetten van een jeugdvoetbalbeleidsplan. Binnenkort vind je op KNVB Assist alle informatie om ermee aan de slag te gaan voor het nieuwe seizoen. Ook de technisch jeugdcoördinator uit de regio staat clubs bij om een jeugdvoetbalbeleidsplan op te stellen.
VerenigingsondersteuningKlik hier voor meer informatie over de verenigingsondersteuning